werken
Dit artikel is geschreven door Eelco Visser en verscheen in Het Zoet Nummer 2 – 2015.
Foto: Willeke Kieft.
We vinden het prachtig om bovenop de golf te zitten
Michael Polman is linkshandig, bespeelt één instrument heel goed, is vegetariër en bezig met ICT. Volgens Michael geldt dit voor iedere early
nerd die hij kent. “Het is geen wetenschappelijk houdbaar verhaal, puur een observatie.” Michael is nu 59 jaar oud en al vanaf midden jaren ’70 bezig
met ICT. Hij werkt al die jaren ‘for progress, not for profit’, is met zijn Stichting Antenna altijd bewust klein gebleven en werkt alleen maar voor
mensen en organisaties die de maatschappij willen veranderen. Een verhaal over de waarde van delen.
Michael’s eerste grote liefde is: muziek. En daar begon het gesleutel aan apparatuur ook, ergens begin jaren ’70. Want hoe versterk je een akoestische gitaar? Met een elementje en een zelfgebouwde versterker. Michael: “Dat probeerde ik dan zelf allemaal in elkaar te klooien, met een bouwdoos. Dat was prachtig, kon ik allemaal geluiden door die apparatuur heen jagen.”
Texas instruments
“Mijn was voor zijn werk in Zwitserland en kwam daarvan terug met een bouwpakketje. Het was de voorloper van de rekenmachine. Dat apparaat kon tot tien tellen, er zat de eerste chip in van Texas instruments. Dat vond ik direct fascinerend.” Michael ging cultuurpsychologie studeren in Nijmegen en moest veel onderzoeksdata delen met onderzoekers over de hele wereld. “In ons gebouw hadden ze een van eerste Unix computers neergezet, de PDP11, uniek in Nederland. De modem was een kastje en daar hing je dan een telefoonhoorn in. Die verwerkte 30 tekens per seconde. ’s Avonds konden we wat experimenteren, dan liet portier Piet ons binnen en stopten we onze schijf in die computer. Tot we een keer vergaten deze eruit te halen en mensen ’s morgens inlogden en onze gegevens voor hun neus kregen. Toen was voor portier Piet het direct afgelopen. We lieten ons niet uit het veld slaan en bouwden zelf onze eerste microcomputer.
Zestienduizendachthonderd-en-zoveel soldeerpuntjes waren dat. En hij werkte! Zo konden we gegevens uitwisselen en opslaan en dat scheelde heel veel gereis en een fortuin aan telexkosten.”
Revolutie in communicatiekosten
Eind jaren ’70 werkte Michael samen in de actiegroep Basta, die multi-sociale ondernemingen ging onderzoeken. Basta werkte samen met vakbonden en onderzoeksgroepen van over de hele wereld. In 1981 ontmoetten ze elkaar voor een congres in Amsterdam. Michael presenteerde er een paper.
“Ik vertelde ze wat we met die computers allemaal konden doen. Dat het een revolutie betekende in de kosten voor communicatie. We zouden gegevens op een zelfde manier kunnen opslaan en vrij kunnen uitwisselen. We geloofden toen al heel erg in het ‘open delen’. Door dat paper ben ik uiteindelijk de hele wereld over geweest en heb ik overal vrienden mogen maken.” In 1986
werd Stichting Antenna opgericht. De Stichting werkt alleen voor maatschappelijke organisaties en mensen die de samenleving wllen veranderen. De maatschappelijke betrokkenheid zat er bij Michael van jongs af aan in. “Ik was vroeg lid van Amnesty international en Pax Christi, heb de ‘roaring seventies’ meegemaakt.”
Lol
Michael is altijd in de maatschappelijke sector gebleven, een bewuste keuze. “Het is gewoon mijn passie. Ik heb bepaalde vaardigheden, heb er lol in om dingen te vernieuwen en mensen vooruit te helpen, maar dan liever wel mensen die iets willen veranderen aan de wereld en niet mensen die er alleen maar aan willen verdienen. En dat is heel moralistisch, ik weet het.” Antenna bestaat inmiddels bijna 30 jaar en is volgens Michael bewust klein gebleven. “We zijn altijd met zo’n vijf a zes mensen geweest. Dan kunnen we blijven doen wat we het leukste vinden en hoeft er niemand te gaan managen of aansturen. De afstanden op kantoor blijven klein, we blijven ondernemend en
direct verantwoordelijk voor ons eigen inkomen. We werken hier ook bijna allemaal al vijftien of twintig jaar. Niemand heeft informatica gestudeerd, die studie bestond toen niet. We hebben andere studies gedaan, sociologie of cultuurpsychologie. Dat geldt voor alle ‘early nerds’. Onze lol is steeds geweest om te kijken: wat kan je hiermee?”
Duurzame relatie
Antenna was in de jaren negentig de derde organisatie in Nederland die internet aanbood. Niet aan een breed publiek, maar aan maatschappelijke organisaties. Greenpeace, Artsen zonder Grenzen, Oxfam Novib, Cordaid, ze zijn al jaren kind aan huis in Nijmegen. Michael neemt ons mee in een aantal metaforen. “Wij zien onszelf als hotelier, we hosten digitale diensten aan
onze gasten, de maatschappelijke organisaties. Ik zal eerlijk zijn, want ik heb besloten hier wat openhartiger over te zijn, maar soms remt de sector ook wat af. De organisaties hebben zoveel te stellen met bezuinigingen, kampen met steeds kleinere budgetten voor innovatie. Maar wat moet ik als hotelier dan zeggen? Dank dat we u al die jaren hebben mogen herbergen, maar nu bent u niet meer welkom? Natuurlijk niet! We koesteren onze gasten en de duurzame relatie die we met ze hebben. We hebben twee rollen: die van kleuterjuffrouw en van brandweermannetje. De kleuterjuf faciliteert en ondersteunt, leidt niet, maar kijkt toe hoe anderen zich ontwikkelen. En als dat lukt, ben je daar hartstikke dankbaar voor. De andere rol is die van brandweermannetje. Ons team is veel kleiner dan dat van klanten. Zij gebruiken ons als brandweermannetje: als ze een probleem hebben, bellen ze ons. Bij Greenpeace ging iemand zes maanden naar Antarctica, dan springen we bij. Bij Cordaid ging een dame met zwangerschapsverlof, idem dito. We kennen al onze klanten bij de voornaam, dat vind ik echt uniek.”
Silicon Valley-gehalte
Ik vraag Michael of er nooit organisaties zijn gezwicht voor het ‘Silicon Valley’-gehalte van hippe, nieuwe start-ups? Waarom zijn ze altijd bij Antenna gebleven? Michael probeert bij een antwoord te komen. “Bij Antenna staan we heel graag aan de voet van dingen. Dat begon al in de jaren ’80,
dat gebeurde weer met het leveren van internet in de jaren ’90 en vervolgens ook met het vergroten van de internetcapaciteit wereldwijd. Toen hebben we over de hele wereld mensen geschoold om het georganiseerd en gestructureerd te krijgen. Het is pionieren, of eigenlijk eerder nog het scouten van ideeën. Facebook lijkt wel een digitale stad, maar het is maar een fractie
van alles wat er gebeurt. Wij leven bewust buiten die stad, ontdekken de ruimte waar nog niks geregeld is en gaan daar op zoek naar ideeën. We zitten misschien nog maar op één miljoenste van wat er allemaal mogelijk is door internet. Zoek maar eens op ‘Internet of things’ (zie kader). Daar is nog bijna niemand mee bezig! Het antwoord op je vraag is dus: wij blijven ideeën
scouten voor al die organisaties. We zwemmen niet mee, laten ons niet mee wiegen op de golven, maar vinden het prachtig om bovenop de voorste golf te zitten. We creëren innovatieve oplossingen waar organisaties wat aan hebben. De lol voor ons is om te doen waar we denken dat we goed in zijn en dat is scouten, waarde toevoegen, zodat we ICT uiteindelijk effectief kunnen
inzetten voor maatschappelijke verandering.”
Creëren van waarde
De tijd vliegt voorbij. We zitten ruim vijf kwartier te praten als Michael op iets komt, wat hij al die tijd al wilde vertellen. “We praten nu de hele tijd over ICT, maar een tweede aspect van ons werk zit in het zaken doen, het creëren van waarde. We zijn een Stichting, omdat de waardevermeerdering die wij creëren niet privé hoeft te zijn. We bouwen alles samen op en in
interactie met onze klanten. Ik vind dat die waarde in een maatschappelijke organisatie hoort.” Michael kijkt er bij alsof het de normaalste zaak van de wereld is. “Kijk maar eens om je heen, er zijn duizenden clubs die zo werken, maar daar hoor je niet zo vaak van. Andersom zijn de voorbeelden veel meer in beeld. Zoals Microsoft. Die werken één keer aan software en
laten iedere klant daar steeds opnieuw voor betalen. Terwijl er van waardevermeerdering geen sprake is. Als wij tien uur werk hebben aan een ICT-oplossing, moedigen we een opdrachtgever altijd aan om meerdere organisaties erbij te betrekken. Als we voor tien organisaties dezelfde
oplossing maken, betalen ze allemaal maar één uur. Door die instelling lopen we wel eens opdrachten mis. Dan bieden we, voor veel minder geld dan een concurrent, een ICT-oplossing aan. Maar wel ‘open source’: als we het gemaakt hebben, moeten andere organisaties er ook gebruik van kunnen maken. Sommige organisaties houden het liever voor zichzelf, en kiezen dan voor een veel duurdere oplossing.”
Waanzin
Antenna werkt momenteel aan een aantal klussen in het onderwijs. “We waren allang bezig dingen te ontwikkelen voor, zoals het toen heette, het Nieuwe leren. Dat werd destijds door de commissie Dijsselbloem de nek omgedraaid. Nu moet er passend onderwijs zijn en kunnen we weer aan de gang met applicaties die het mogelijk maken dat alle kinderen in het onderwijs aan
hun trekken komen. Het einddoel is maatwerk voor de individuele leerling. Niet door iemand in een bepaalde klas te plaatsen, bijvoorbeeld voor hoogbegaafden, of door een profiel om iemand heen te bouwen, nee, bij elk stapje wordt gekeken naar het leerlingprofiel in relatie tot zijn
persoonlijke leerdoelen. Dat profiel bestaat uit de eigen vaardigheden, kenniscomponenten en houdingsattributen en die mix bepaalt de leerdoelen. We werken nu samen met het Dominicuscollege. Daar komen kinderen op school, met rolstoel en al. Sommigen kunnen alleen communiceren door met hun mond een toetsenbord te bedienen. Zij willen ook gewoon Havo of VWO halen. Ze zijn gemotiveerd, leergierig als ieder kind en willen ook meedoen! We moeten dan
een omgeving creëren waar de planning goed geregeld is. De één heeft een operatie, de ander op wisselende tijdstippen per dag behandelingen, een derde leerling is afhankelijk van de taxi. Het is waanzin om dat op een traditionele schoolse manier te organiseren. Dan zijn er theoretisch evenveel klassen als leerlingen nodig! Het is verschrikkelijk leuk om die kluwen aan informatie voor de school heel simpel en inzichtelijk te houden en te hosten. Zodat individueel maatwerk wèl mogelijk is.”
Geen retro-verhaal
Al bijna 30 jaar ‘for progress, not for profit’. Volgens Michael heeft Antenna het nooit van de naamsbekendheid of haar imago moeten hebben. “We hebben vanaf het prille begin organisaties hun eigen domeinnamen en e-mailaccounts gegeven. Dus niet @antenna.nl. Als je dat stug volhoudt, kent niemand je.” Ineens zegt Michael: “Geld maakt een boel kapot. Ik weet niet
of dat in het interview thuishoort, maar wij geloven heel erg in het publieke domein en in delen. We werken met drie vaten: één vat vullen we met één-op-één opdrachten. Iemand wil iets, krijgt daar een zeer gedetailleerde en transparante rekening voor, en betaalt vervolgens. In ons tweede vat zitten de grotere projecten. Daar wordt geen hoger uurtarief voor betaald, maar dat zijn simpelweg grotere blokken werk, in uren. En dan hebben we het derde vat. Daarin zitten de leuke ideeën waar organisaties mee komen of die we zelf scouten, nieuwe dingen. Ideeën waar lang niet altijd geld voor is. En die opdrachten doen we dan toch, of we er voor betaald krijgen of niet. Ik weet zeker dat tienduizenden bedrijven zo werken, alleen zijn ze vaak niet zo zichtbaar. Ik wil ook graag benadrukken dat wij in die zin geen voortrekkersrol hebben of in de voorhoede zitten. Bijna alle ‘early nerds’ die nog bezig zijn, werken ook met zo’n derde vat. Het is die plek bovenop de golf, die kick heeft ons nooit verlaten!”
INTERNET OF THINGS Internet of things refereert aan de nabije toekomst dat door mensen bediende computers (desktops, tablets, smartphones) in de minderheid zullen zijn op het internet. De meerderheid van de internetgebruikers zal in deze visie bestaan uit semi-intelligente apparaten, zogenaamde ‘embedded systems’. Alledaagse voorwerpen worden hierdoor een entiteit op het internet, die kan communiceren met personen en met andere objecten, die op grond hiervan autonome beslissingen kunnen nemen. En wat levert dat op? In commerciële zin efficiëntere processen, minder kosten voor logistiek en opslag en meer op klanten toegespitste verkoop. Sociaal en politiek leidt het tot duidelijkere informatie voor klanten en burgers, betere zorg, betere veiligheid (bijvoorbeeld in het verkeer) en in de persoonlijke sfeer komen er nieuwe diensten die het leven aangenamer en veiliger maken. Maar er zijn ook zorgpunten zoals privacy en veiligheid, waarvoor veel meer aandacht moet komen. |
Dit artikel is geschreven door Eelco Visser en verscheen in Het Zoet Nummer 2 – 2015.
Foto: Willeke Kieft.