Informatiestromen Of Datadromen?

Interview met Michael Polman van Antenna in NN

UIT: NN #182 van 7 april 1995    

Het fenomeen ‘datacommunicatie’ heeft de laatste jaren een enorme groei doorgemaakt. Je kunt geen krant openslaan en geen computerwinkel voorbijlopen of je wordt geconfronteerd met de kreet ‘Internet’. Over de voor- en nadelen van datacommunicatie is veel te zeggen. Terwijl de overheid werkt aan ‘Big Brother is watching you’-achtige projecten als ‘RINIS’ (Registratie- en Integratie Nationale Informatie Systemen) waarbij straks met een druk op de knop kan worden gekeken of de aanvrager van een uitkering bijvoorbeeld een ‘justitieverleden’ heeft, zien veel actiegroepen in ‘het net’ een bijdrage aan een betere wereld. In Nederland is het computer- en netwerkgebruik bij veel radicale actiegroepen de laatste jaren toegenomen. De komende tijd hoopt NN een discussie los te maken over dit onderwerp. In dit nummer aandacht voor twee groepen die activisme bedrijven vanachter de computer.   

Wat eind jaren tachtig nog pionierswerk was van een groep als Hacktic (toen nog ‘computerkrakers’ genoemd) heet nu XS4ALL (lees: “Access for All!”, toegang van allen) en is inmiddels uitgegroeid tot een respectabele “Internet-provider” voor tal van computergebruikers. In het kielzog van XS4ALL zijn tal van radicale Bulletin Board Systems (BBS’en, ‘electronische prikborden’) ontstaan als Antenna, De Aktiebank, BBS De Zwarte Ster en Activist Press Service (APS).  

Al deze organisaties worden geportretteerd in het deze week bij Uitgeverij Ravijn verschenen boek Van Bolwerken tot Netwerken – over Datacommunicatie door maa­schappelijke organisaties, geschreven door Michael Polman en Peter van der Pouw Kraan, twee pioniers op dit terrein. Enige weken voor het verschijnen van het boek ging René Rikkelman eens een kijkje nemen bij het Nijmeegse maatschappelijke telematicaproject Antenna.    

Antenna: Netwerken voor een betere wereld 

Het kantoor ziet eruit alsof er juist een aardbeving heeft plaatsgehad. Tussen de bergen paperassen, tijdschriften en diskettes zijn drie mannen te onderscheiden, die over een toetsenbord gebogen naar een beeldscherm turen. Doorlopend klinken er bliepjes en gaan er telefoons over. De zolderkamer is volgepropt met host en server-computers, CD-ROM drives en modems.   

Het zijn de bedrijfsruimtes van Stichting Antenna. Antenna maakt deel uit van The Antenna Foundation, een internationale koepel van groepen die helpen bij het gebruik van hoogwaardige technologieën. Ze bedenken daar goedkope toepassingen voor, zodat die bruikbaar zijn voor lokale overheden en maatschappelijke organisaties. Er is een Antenna die onderzoek doet naar aquaponische culturen, de mogelijkheid om landbouw te bedrijven op de zeebodem. Een andere propageert het gebruik van eendenkroost als alternatief voor chemische reiniging van oppervlaktewater. Nog een Antenna adviseert bedrijfjes in de Derde Wereld over het opzetten van biogas-installaties voor de opwekking van energie. 

De Nederlandse Antenna is vooral bekend als bulletinboard of BBS. Een BBS bestaat uit één of meerdere computers, die op een kabel- of telefoonnet zijn aangesloten. Wie in het bezit is van een pc en een modem, kan er berichten naartoe sturen of er vanaf halen. Op bulletinboards wordt doorgaans programmatuur aangeboden. Daarnaast zijn er een aantal die in bepaalde informatie gespecialiseerd zijn. Antenna is er daar een van en heeft een voorkeur voor zaken als milieu, ontwikkeling, (anti-)racisme/fascisme, ontwapening, vrouwenstrijd, landen-informatie, enzovoort.  

Informatie over deze onderwerpen is gratis. Voor vijftien gulden per maand (studenten en sociale minima half geld) kun je gebruik maken van faciliteiten als het versturen van e-mail (computerpost) en huur je een mailbox (e-mailadres). Momenteel hebben ruim zeshonderd maatschappelijke organisaties – variërend van basisscholen tot het Wereld Natuur Fonds en van Artsen Zonder Grenzen tot infowinkel Assata – een verbinding met Antenna.   

Via Antenna zijn de debatten op netwerken als Green­Net, EcoNet (beiden over milieu), Peacenet (ontwapening), HIVnet (aids en aidsonderzoek) en World Classroom (onderwijs) te volgen. Een abonnement op een van de vierduizend nieuwsrubrieken van het grootste internationale computernetwerk Internet behoort eveneens tot de mogelijkheden. Wie bijvoorbeeld geïnteresseerd is in het functioneren van LETS in Australië, kan via Antenna al het nieuws over dit onderwerp in de mailbox krijgen.  

De Nederlandse Antenna wordt hoofdzakelijk gedragen door drie personen: Michael Polman (38, documentalist), Alfred Heitink (38, psycholoog) en Tjêbbe de Vries (28, socioloog).   

Het valt me op dat jullie geen van allen een computeropleiding achter de rug hebben.  

Michael: ,,Inderdaad, en dat is maar goed ook. Als we een informatica-achtergrond hadden gehad, dan waren we waarschijnlijk eerder geáïnteresseerd geweest in snelle computers en nieuwe hightech-snufjes dan in het opzetten van netwerken voor maatschappelijke organisaties.” 

Wanneer is het idee ontstaan om een maatschappelijk bulletinboard op te zetten?  

Michael: ,,In 1978 werkte ik bij Stichting Basta in Nijmegen. We deden sociaal-economisch onderzoek voor buurtorganisaties, vakbonden en landencomités. Op een dag lekte uit dat we behalve een modem ook de universiteitscomputer gebruikten om gegevens over multinationals te vergaren. Ons werd daarop de toegang ontzegd. In die tijd kwamen gelukkig net de eerste zelfbouw-computer/modem-pakketten op de markt. We hebben er toen eentje in elkaar geknutseld. Later ontwikkelden we daar administratie- communicatie- en documentatieprogramma’s voor die voor actiegroepen betaalbaar waren. Dat was in die tijd iets bijzonders. Iedereen ging er van uit dat computertechnologie futuristisch en vooral duur was.” 

Hoe reageerden linkse clubs op jullie ideeën? 

Michael: ,,De eerste paar jaar heel erg afwijzend. Veel mensen zagen computertechnologie als een speeltje van overheden en multinationals. Om die reden zou je, zo vonden ze, hoogwaardige technologie zelfs moeten bestrijden. Over het aan elkaar koppelen van computers hoefden we toen al helemaal niet te beginnen. In het buitenland werden we daarentegen veel gevraagd, vooral in Afrika en Zuid-Amerika. Vanaf het midden van de jaren tachtig nam de vraag zodanig toe dat we een eigen stichting hebben opgericht, en dat is Antenna geworden.” 

In het begin van de jaren negentig zagen nog twee linkse bulletinboards het levenslicht: Activist Press Service (APS) en De Zwarte Ster. Hoewel ze nog steeds bestaan, hoor je er weinig meer van. Wat is daarvan de oorzaak?   

Michael: ,,Ik denk dat dat komt omdat APS en De Zwarte Ster er nooit veel energie in hebben gestoken om zo groot mogelijk te worden. Ze legden en leggen er nog steeds de nadruk op linkse of autonome bulletinboards te zijn en hebben daardoor een klein en heel constant aantal aangesloten computersystemen. Voor een BBS is het formaat echter minstens zo belangrijk als de signatuur. Naarmate er meer computersystemen zijn aangesloten, ben je interessanter voor abonnees omdat je ze meer waar voor hun geld kunt geven. Kleine bulletinboards worden daardoor snel overvleugeld door de grotere, zeker als ze eigenlijk niet willen groeien. Daar komt nog bij dat APS vorig jaar flinke interne problemen heeft gehad. Er waren onvoldoende werkafspraken gemaakt. APS werkt namelijk alleen met vrijwilligers. Antenna heeft vanaf het begin betaalde krachten in dienst en dat is veel efficiënter gebleken. Inmiddels zijn de problemen opgelost en is APS op Antenna aangesloten. Ze hebben nu praktisch hetzelfde aanbod als wij.” 

Belemmert het werken met betaalde krachten je dan niet in je non-profit doelstellingen? Het draaiend houden van een BBS wordt er toch veel duurder van? 

Michael: ,,Dat valt wel mee, hoor. De loonkosten vormen maar een fractie van de totale uitgaven. Telefoonrekeningen, abonnementen op grote computernetwerken en databanken, reiskosten, afschrijving en verzekering van apparatuur wegen veel zwaarder; gemiddeld ruim twee ton per jaar. Ik denk dat we minder principieel konden zijn als we van vrijwilligers en subsidiegevers afhankelijk waren. Antenna brengt haar eigen geld op en dat maakt ons veel autonomer.” 

Wat hebben computernetwerken linkse groepen te bieden? 

Michael: ,,Die kunnen daarmee sneller en vaker in contact komen met buitenlandse gelijkgezinden. Ze zijn zo beter tegen regeringen en be­rijfsleven opgewassen, want die hebben die mogelijkheden al lang.” 

Computertechnologie wordt inmiddels in alle lagen van de maatschappij gebruikt. Uiteindelijk zijn alleen degenen die al veel macht hadden erin geslaagd alle mogelijkheden uit te buiten. Vooral het militair apparaat. Ik vraag me daarom af of computers ons zoveel goeds hebben gebracht. 

Michael: ,,Dat zijn de kwalijke kanten. Daar tegenover staat een toename van het aantal mogelijkheden om de wereld te verbeteren. Door computers is het aantal communicatievormen toegenomen. Mensen worden daardoor meer met elkaars situatie geconfronteerd. Ze worden gedwongen na te denken over de relatie met de ander. Wie communiceert moet namelijk een standpunt innemen over de opvattingen van de discussiepartner of nieuwsbron. En een mening is het begin van probleem-oplossing.”  

Maar daar is de milieuvervuiling of de Noord-Zuid tegenstelling toch niet mee opgelost! Voor Antenna’s idee van communicatie moet iedereen een computer bezitten. Jullie spreken zo alleen mensen uit ons deel van de wereld aan. Of vind je soms dat iedere hongerende Afrikaan een pc moet bezitten?  

Tjêbbe: ,,Dat is niet waar! Wij beijveren het netwerken als proces, niet als technologie. Het gaat erom dat je als gelijkwaardige partners zo veel mogelijk van elkaars kennis en contacten gebruik maakt en toch volledig zelfstandig blijft. Of, zoals het in het Engels heet, ‘networking starts with commitment, not with a prompt.’ We zijn gespecialiseerd in computercommunicatie, maar dat had ook iets anders kunnen zijn. Met Antenna willen wij de informatie-uitwisseling van netwerken optimaliseren. Een pc is daar een hulpmiddel bij.” 

Michael: ,,We richten ons niet op individuen. Natuurlijk mag iedereen abonnee worden, maar we zijn met name geïnteresseerd in stichtingen, verenigingen, actiegroepen, enzovoort. Daar maken veel meer mensen gebruik van dezelfde aansluiting. Dat is voor ons veel interessanter. Het is onzin om te stellen dat wij iedereen aan een computer willen helpen.” 

Voor kleine buurtorganisaties kan zelfs die 180 piek per jaar een probleem zijn.  

Michael: ,,Als dat zo is, dan kunnen ze ook met informatie betalen. Zet je archief maar op diskettes en stuur het met de post naar ons op, dan kan over de abonnementsprijs nog wel onderhandeld worden. En als de VOKO een abonnement zou willen kan dat best voor een paar kisten bloemkool. We zouden ook aan een het Nijmeegse LETS mee kunnen doen, al zal er dan een oplossing gevonden moeten worden waarin we niet alleen arbeidstijd, maar ook informatie uit kunnen wisselen. Het gaat ons niet om geld, we willen iedereen die interesse heeft voor netwerken en een pc met modem en communicatiesoftware heeft, de mogelijkheid bieden van Antenna gebruik te maken. Trouwens, ook wie geen computer heeft kan ons soms raadplegen.”  

Hoe dan?  

Michael: ,,In Rotterdam hebben we een project opgezet, dat iedereen die telefoon, kabeltelevisie en teletekst heeft de mogelijkheid biedt zich met Antenna te verbinden. Dat zijn 130 duizend mensen. In plaats van een toetsenbord gebruiken zij de afstandsbediening. Met ingang van deze maand kunnen zij zelfs gratis gebruik maken van Internet. In Nijmegen inventariseren we nu de mogelijkheden voor een soortgelijk project.”   

Wat hebben de mensen daaraan?  

Michael: ,,Internet is alom bekend omdat er tientallen miljoenen computersystemen op zijn aangesloten. Berichten die over Internet worden verstuurd, blijven heel lang bewaard. Internet is daardoor bruikbaar als collectief geheugen. Een briefwisseling die nu in een van de nieuwsgroepen, dat zijn Internetrubrieken waarin abonnees over hetzelfde onderwerp discussiëren, gevoerd wordt is over een paar jaar nog steeds opvraagbaar. Door middel van Internet kunnen mensen gemakkelijker gebruik maken van kennis die door anderen is verzameld.”  

Geloven jullie in de digitale revolutie? 

Michael: ,,Niet in de betekenis waarin het woord ‘revolutie’ meestal wordt gebruikt. Het is een technologische ontwikkeling soortgelijk als de industriële revolutie. Er zitten wel kanten aan die voor revolutionaire groepen aantrekkelijk zijn. E-mail is bijvoorbeeld immuun voor censuur. Als een veiligheidsdienst een ‘verdacht’ computersysteem afsluit, dan komt de post via een ander systeem binnen. Door gebruik te maken van encryptie-programma’s (programma’s om informatie te coderen; RR) is het nutteloos om dataverkeer af te tappen. Op Internet heerst zodoende een absolute en onvoorwaardelijke vrijheid van meningsuiting. Of je nu staatsgeheimen, kinderporno, fascistische propaganda of recepten voor bommen verspreidt, de vrijheid van communicatie is voor iedereen gegarandeerd.” 

Binnenkort op pc en tv: fascistische propaganda uit naam van vrije meningsuiting?!   

Michael: ,,Inderdaad. Maar vergeet niet dat fascisten van computercommunicatie meer te vrezen dan te winnen hebben. Totalitaire ideologieën kunnen immers niet zonder censuur.”  

Toch is vrije meningsuiting geen garantie voor een democratische samenleving. Kijk maar eens naar de Verenigde Staten.  

Michael: ,,Dat klopt, maar daar staat tegenover dat systemen als Internet een nachtmerrie zijn voor aanhangers van het kapitalisme. Internet is in wezen heel anarchistisch opgezet. Het wordt zonder overheidsgeld in bedrijf gehouden. Er is geen staat of wet die er vat op kan krijgen. Het is het levende bewijs dat een systeem zonder centrale planning, concurrentie of winststreven kan functioneren – en efficiënter dan traditionele bedrijven. Met e-mail krijg ik mijn brieven niet alleen gratis, maar ook sneller aan de andere kant van de wereld dan met gewone post of zelfs een fax.”   

Ik kan me niet voorstellen dat een bedrijf als de KPN zich van de markt laat drukken door een stelletje anarchisten. 

Michael: ,,Dat doet ze ook niet. De KPN vindt dat zij de eigenares is van de Nederlandse tak van Internet. Computercommunicatie verloopt immers via kabels die de KPN heeft aangelegd. Het tarief voor het gebruik van die lijnen is de afgelopen jaren flink omhoog gegaan. Steeds meer organisaties zijn vervolgens geld gaan vragen voor het gebruik van hun databanken, om zo de gestegen kosten op te brengen. Een gedeelte van de infrastructuur is al verkocht aan multinationals. Het vervelende is dat clubs die vroeger heel erg tegen de vercommercialisering van Internet waren, zoals SurfNet, NL-Net en Hack-Tic, nu zelf BV’s hebben opgericht en vooral geïnteresseerd lijken in geld verdienen. Misschien willen ze, nu de gouden kip toch geslacht wordt, een ei voor zichzelf. Dat begrijp ik. Maar het gevolg is wel dat er geen digitale snelwegen zullen komen, maar digitale tolwegen. Dat is nooit de bedoeling geweest.” 

En zo gaat er dus weer een mooie droom verloren…  

Michael: ,,Zo pessimistisch hoef je nu ook weer niet te zijn. Een communicatiesysteem waarin de kosten gelijk worden verdeeld over de gebruikers is op den duur effectiever dan een stelsel waarin een zo hoog mogelijke winst behaald moet worden. De prijs voor een individuele aansluiting is in het eerste geval lager. Een laaggeprijsde aansluiting betekent meer abonnees en meer informatie. Degene die de beste informatie in huis heeft wint, niet degene die de nieuwste technische snufjes kan bieden.” 

Als dat zo was dan rukte de commercie niet zo op. 

Michael: ,,Dat is zo, maar dat komt omdat de verbindingslijnen niet in eigen beheer zijn. Misschien wordt de Internet-cultuur daardoor uiteindelijk van de digitale snelweg verbannen, maar ze zal niet verdwijnen. Lukt het niet via de huidige verbindingen, dan kun je in sommige steden gebruik maken van het kabeltelevisienet. Op het moment zijn we met een groot aantal bulletinboards druk doende het ANN – Ander Nieuws Netwerk – op te zetten. Het kan de functie hebben van een alternatief persbureau en kan zelfs gewoon over de telefoon.”   

Met een mengeling van verbazing, scepsis en enthousiasme verlaat ik het pand. Ik kan me nog niet voorstellen hoe de wereld gered of ook maar verbeterd kan worden met informatie. Netwerken kunnen immers óók gebruikt worden om desinformatie te verspreiden. Op een hightech-Internet-reïncarnatie van Berlusconi of Milosevic zit niemand te wachten, dunkt me. Aan de andere kant is een Antenna-abonnement voor politieke infocentra in veel gevallen lonend. Hoe dan ook, het is zeker de moeite waard de ontwikkelingen rondom het ‘netwerken’ te volgen.  

René Rikkelman

Bron: http://www.ravagedigitaal.org/1995/182/Informatiestrom182.htm

Informatiestromen Of Datadromen?