Andrew Keen geroosterd in Amsterdam

Web 2.0 criticaster geroosterd in Amsterdam

Auteur: Peter Olsthoorn in Emerce 9 april 2008

Andrew Keen had het zwaar gisteravond met de kritiek op zijn boek en Globaliseringslezing. Internetdeskundigen Karin Spaink en Michael Polman gaven hem de volle laag aan kritiek.

Andrew Keen

Andrew Keen hoopte ongetwijfeld op een mildere ontvangst bij de verschijning van de Nederlandse vertaling van ‘The Cult of the Amateur; how todays Internet is Killing our Culture and Assaulting Our Economy’. Hij begon gisteren in Felix Meritis met zijn Globaliseringslezing immers nog zo vrolijk te vertellen dat hij dertig jaar geleden als student met Interrail Amsterdam als eerste aandeed. En dat hij de vriend waarmee hij toen reisde dankzij internet weer had gevonden. En die vriend wist ook nog dat hij toen een links boek las dat hij nu zou verafschuwen.

De vooraf getoonde Tegenlicht-documentaire Wiki’s Waarheid – ook maandag daarvóór op tv – liet de maker Keen nog op punten winnen. Hij kreeg er steun in van onder meer Wikipedia’s medeoprichter Larry Sanger die Wikipedia verliet wegens de weigering van medeoprichter Jimmy Wales om met deskundige oordelen Wikipedia meer gezag en betrouwbaarheid te geven. En van Robert McHenry, een ex-chef van de Encyclopædia Britannica.

In Felix Merites verhaalde Keen van zijn begintijd als dotcom-ondernemer met Audiocafe.com. Daarmee wilde hij kwalitatief hoogstaande journalistiek over muziek distribueren met de voordelen van internet. “Ik was een gelovige, maar hoopte ook op snelle rijkdom en roem. Iedere ondernemer toen op internet hoopte snel rijk te worden. Iedereen die dat ontkent, liegt.” Zijn bedrijf ging in 2000 op de fles.

Bij een grote bijeenkomst over democratisering van Tim O’Reilly ging Keen ‘om’. Zijn boek tegen het hele web 2.0 maakte hem vervolgens tot de ‘anti-christ van Silicon Valley’. De drempelverlaging met slimme software om iedereen te laten participeren in content voor het web en om met ruilen betaling van rechten te voorkomen (‘jatten’) is volgens Keen een ramp voor de Westerse cultuur en voor ‘de waarheid’ en relevantie van informatie.

Met fraaie kwalificaties veegde Keen daar ook gisteren de vloer mee aan: het verlies van poortwachters overal, van de muziekindustrie tot journalisten en wetenschappers betekent het einde van een groot deel van de beschaving zoals die in de vorige eeuw is gevormd. De betaling van alles en nog wat met reclame staat Keen ook allerminst aan. Hij maakte overigens ene feitelijke fout met de opmerking dat het abonneemodel van Wall Street Journal Online is mislukt.

Dat iedereen onbetaald mee helpt om Google zo machtig te maken door met elke zoekopdracht en het klikken daarna Google weer iets wijzer te maken, vindt Keen een groot gevaar. Google maakt gebruik van het intellectueel narcisme van internetters die vooral voor zichzelf in de weer zijn. Deze ‘zelfrealisatie’ leidt cultureel en ook economisch nergens toe. Waarde wordt, in aan aantal opzichten, volgens Keen vernietigd door het internet.

Karin Spaink fel

Publiciste Karin Spaink draaide de zaak om: ze betichte Keen van alles waar hij het internet met zijn amateurisme van beschuldigt: intellectuele gemakzucht, hap-snap citeren en feiten verzamelen, een eenzijdige voorstelling van zaken, overdrijving. Waarmee Spaink maar wilde zeggen dat zoekers naar de waarheid met het boek van Keen een stuk slechter af zijn dan met, bijvoorbeeld, Wikipedia.

Volgens Spaink mist Keen volledig de kern van internet: dat wat persoonlijk is nu publiek wordt, met alle vooral mooie facetten en soms problemen van dien. Dat de gemiddelde kwaliteit cultureel gezien van weinig betekenis is, is volstrekt irrelevant.

Mondiale blik

Internetondernemer en idealist Michael Polman, die met Antenna ondermeer 500 maatschappelijke organisaties wereldwijd het internet op hielp, schetste Keen een socialistisch en idealistisch beeld van internet voor. Volgens Polman heeft het web meer gelijke kansen dan ooit gebracht mondiaal.

Internet is een steun voor groepen onderdrukten in dictatoriale regimes en bleek al in veel conflicten een welkom middel tot verweer. Volgens Polman gaat het op internet vaak om onderlinge communicatie waar geen enkel winstbejag een rol speelt. En ook bij ‘hogere’ cultuur zijn die poortwachters en hun beloningssysteem (vaak uitbuiting volgens Polman) niet nodig. Mozart en Van Gogh zijn beloond, maar dat de rechten nog heel lang geëxploiteerd worden is nergens goed voor.

Muziekindustrie

Felix Meritis Bron Wikipedia

In de daarop volgende discussie over de muziekindustrie probeerde keen zijn gelijk terug te halen met de opmerking dat er toch jaarlijks 20 procent aan inkomsten verloren ging. Volgens Spaink en Polman ging dit niet ten koste van de muziekcreatie zelf, integendeel gezien het groeiende aantal festivals en concerten.

Maar Keen vocht terug met de opmerking dat artiesten nu te zien zijn voor honderden dollars voor tickets waar vroeger iedereen voor een schappelijke prijs een cd van Bob Dylan kon kopen.

Ook over betaalde en onbetaalde informatievoorziening bleven de meningen ver uiteen lopen. Keen tegen Spaink: “Maar waar betaal jij dan je rekeningen van als je niet meer betaald zou worden?” Polman over nieuwsvoorziening en wetenschap: “Vertelt iemand die wordt betaald altijd de waarheid?”

Ook over anonimiteit, voor keen afschrikwekkend en volgens Spaink en Polman een groot goed, werden ze het niet eens. Tenslotte, van de zoveelste aanval, zei Keen dat zijn boek vooral als polemiek was bedoeld omdat niemand daarvoor het waagde iets negatiefs te zeggen over web 2.0. Ook dat was niet waar, zei Spaink…

Bron: https://www.emerce.nl/nieuws/web-2-0-criticaster-geroosterd-in-amsterdam

Andrew Keen geroosterd in Amsterdam